Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·be·ge·leid
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen onbegeleid
verbogen onbegeleide
partitief onbegeleids

Bijvoeglijk naamwoord

onbegeleid

  1. zelfstandig, zonder begeleiding
     Fivoor in Den Dolder is de kliniek waar zaterdag de 43-jarige psychiatrische patiënt Peter M. niet terugkeerde van onbegeleid verlof, zonder dat omwonenden en de gemeente Zeist daarvan op de hoogte werden gebracht. Ook is het de instelling waar eerder Michael P. zat, de moordenaar van Anne Faber.[1]
     De minister zei ook dat geen enkele maatregel de dood van Anne Faber ongedaan kan maken, maar hij wil wel alles doen om herhaling te voorkomen. Daarbij is 100 procent veiligheid niet te garanderen, voegde hij eraan toe. Het debat werd de hele dag bijgewoond door de nabestaanden van Anne, en door familieleden van Joost Wolters, de man die in de Amsterdamse metro werd neergestoken door iemand op onbegeleid verlof.[2]


Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Kliniek Den Dolder moet voorlopig dagelijks rapporteren aan ministerie” (Donderdag 6 juni 2019, 20:09), NOS
  2.   Weblink bron “Meerderheid houdt vertrouwen in Dekker na beladen debat over zaak-Faber” (Woensdag 3 april 2019, 14:45), NOS