omzwikken
- om·zwik·ken
- samenstelling van om bw en zwikken ww
omzwikken [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
omzwikken |
zwikte om |
omgezwikt |
zwak -t | volledig |
- omslaan van de enkel waardoor men kan vallen of de enkel bezeren
- Het woord omzwikken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "omzwikken" herkend door:
71 % | van de Nederlanders; |
77 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be