omwallen
- om·wal·len
- samenstelling van om bw en wallen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
omwallen |
omwalde |
omwald |
zwak -d | volledig |
omwallen
- wederkerend met een wal omgeven of beschermen
- Door het omwallen van de steden kon men ze in de middeleeuwen beschermen tegen vreemde aanvallen.
- Het woord omwallen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "omwallen" herkend door:
58 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be