omrukken
- om·ruk·ken
- samenstelling van om bw en rukken ww
omrukken [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
omrukken |
rukte om |
omgerukt |
zwak -t | volledig |
- iets of iemand heel snel omdraaien of omver trekken
- ergens omheen trekken
- Het woord 'omrukken' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "omrukken" herkend door:
64 % | van de Nederlanders; |
70 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be