omgerukt
- om·ge·rukt
- vervoeging van omrukken: voltooid deelwoord (van het scheidbare werkwoord), op te vatten als samenstelling van om bw en gerukt ww
vervoeging van: | omrukken… |
verbogen vorm: | omgerukte |
omgerukt
- voltooid deelwoord van omrukken
vervoeging van: | omrukken… |
verbogen vorm: | omgerukte |
omgerukt