Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • om·ku·ke·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
omkukelen
kukelde om
omgekukeld
zwak -d volledig

Werkwoord

omkukelen

  1. ergatief omvallen
    • Naar Frankfurt. Filmen bij het standbeeld van Goethe (dat in de oorlog is omgekukeld; Goethe is toen met zijn neus op de grond terechtgekomen) op de Opernplatz. [1]

Gangbaarheid

90 % van de Nederlanders;
22 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Büch
    , Boudewijn (1999). Een boekenkast op reis: persoonlijke kroniek 1998, p. 155. Uitg.: Arbeiderspers, ISBN 9789029503426.
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be