Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ku·kel·de om
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
omkukelen

kukelde om

  1. enkelvoud verleden tijd van omkukelen
    • Ik kukelde om. 
    • Jij kukelde om. 
    • Hij, zij, het kukelde om. 


Gangbaarheid