• oer·woud·dier
enkelvoud meervoud
naamwoord oerwouddier oerwouddieren
verkleinwoord - -

het oerwouddiero

  1. beest dat in de jungle leeft
     In de eerste aflevering van de BNNVARA-serie De Amazone werden de oerwouddieren zondag overstemd door de karakteristieke, langgerekte roep van de kettingzagus vulgarus. Een boom levert in Brazilië honderd euro op. „Als je genoeg geld hebt, zaag je nooit meer zo’n boom om”, zegt een van de mannen die voor Baltasar aan het werk is. „Het duurt dertig jaar voor hij zo groot is.”[1]
     De bezoeker komt in de gangen menig geprepareerd oerwouddier tegen en missionarispoppen in oud-Chinese uitmonstering.[2]
  1.   Weblink bron
    Arjen Fortuin
    “Ook hij wil een deel van de taart - of in dit geval het regenwoud” (24 februari 2020) op nrc.nl  
  2.   Weblink bron
    Jos Stijfs
    “Limburgs boekjuweel. Cultureel erfgoed in Limburgse bibliotheken.” (2005), Stichting historische reeks Maastricht, Maastricht inuitgave=1e druk, ISBN 90 5842 020 5, p. 69