Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • oer·in·sec·ten
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de oerinsectenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord oerinsect
     Als oerinsecten zijn zilvervisjes het product van een ondernemende generatie die erin slaagde zich helemaal onafhankelijk te maken van het water.[1]
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (dierkunde) (historisch) onderklasse Apterygota  
      Fr. Müller (1875), die hen het eerst beschreef bij Kal.-soorten van Z.-Amerika, meende er overblijfselen in te zien van de notaal-verbreedingen der oerinsecten, waaruit later de vleugels zouden zijn ontstaan, welke theorie door latere entomologen verworpen is.[2]
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)


Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Frans van der Helm
    “Het zilvervisje verdient respect” (19 augustus 1999) op nrc.nl  
  2.   Weblink bron
    Kalshoven, Louis George Edmund
    “De biologie van de djatitermiet (Kalotermes tectonae Damm.) in verband met zijn bestrijding”, proefschrift (1930), Veenman en zonen, Wageningen, p. 50/51