• oer·be·vol·king
enkelvoud meervoud
naamwoord oerbevolking oerbevolkingen
verkleinwoord

de oerbevolkingv

  1. de oorspronkelijke bewoners van een landstreek
     Mijn solidariteit met de Amerikaanse oerbevolking, de índianen', was rotsvast en het is, wat je ook mag denken, geen reconstructie achteraf die is aangepast aan het tegenwoordig vanzelfsprekende standpunt.[1]
     Oerbevolking overleefde zeebeving”[2]


  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044632767
  2.   Weblink bron
    Jim Lobe
    “„Oerbevolking overleefde zeebeving”” (5 januari 2005), Reformatorisch Dagblad