Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • oer·be·wo·ner
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oerbewoner oerbewoners
verkleinwoord oerbewonertje oerbewonertjes

Zelfstandig naamwoord

de oerbewonerm

  1. iemand die tot de allereerste bevolking van een gebied behoort
    • Het is niet duidelijk wie de oerbewoners van Ierland precies waren. 

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
86 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be