ochtendtemperatuur

  • och·tend·tem·pe·ra·tuur
enkelvoud meervoud
naamwoord ochtendtemperatuur
verkleinwoord

de ochtendtemperatuurv

  1. de temperatuur die men in de ochtend meet
     Een etra zweethemd, windvanger, overschoenen en dikke handschoenen. Het was even afzien zondagmorgen bij een ochtendtemperatuur van bijna 5 graden onder nul.[2]
     Ook de koele ochtendtemperaturen houden Stan Vanuytrecht niet tegen om elke dag op de bank voor zijn kleine kluizenaarswoning te ontbijten.[3]
  2. (medisch) de lichaamstemperatuur die men in de ochtend meet
     Ruim voor haar bruiloft was ze begonnen haar ochtendtemperatuur op te nemen. Een dag of vijf per maand zou ze moeheid voorwenden en verder was er de week van haar ongesteldheid.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Koude mountainbiketocht in Denekamp” (28-12-2014), Tubantia
  3.   Weblink bron “Vlaamse kluizenaar Stan geniet op zijn rots in de Alpen” (30/09/2017), De Standaard
  4. Carla de Jong
    “Geheim leven” (2019), Ambo Anthos, ISBN 9789026346132