Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • oce·a·no·loog
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oceanoloog oceanologen
verkleinwoord oceanoloogje oceanoloogjes

Zelfstandig naamwoord

de oceanoloogm

  1. (beroep) een wetenschapper die oceanen en het leven hierin bestuderen.

Gangbaarheid