Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ob·ser·va·tie·huis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord observatiehuis observatiehuizen
verkleinwoord observatiehuisje observatiehuisjes

Zelfstandig naamwoord

het observatiehuiso

  1. inrichting waar kinderen en volwassenen met problemen in observatie (of in voorlopige hechtenis) zijn

Gangbaarheid