Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • nud·ging
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord nudging
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de nudgingv / m, het nudgingo

  1. een manier waarop mensen op subtiele wijze worden gemotiveerd gewenst gedrag te vertonen
     Volgens Emely de Vet, hoogleraar Consumptie en Gezonde Leefstijl aan de Wageningen Universiteit, is er voor een structurele gedragsverandering meer nodig dan af en toe een persconferentie. Als hoogleraar doet ze onderzoek naar nudging, een manier waarop mensen op subtiele wijze worden gemotiveerd gewenst gedrag te vertonen. "De strepen bij de kassa of de handdesinfectiepompjes die overal staan zijn voorbeelden hiervan. In de openbare ruimte houden mensen zich daardoor makkelijker aan de regels dan thuis."[2]
     Het is niet duidelijk wat met dat laatste wordt bedoeld. Het BAO verwacht meer van positieve stimulansen: de deelnemers aan het overleg adviseren om ook naar positieve gedragsfactoren te kijken, zoals nudging. Dat is het stimuleren van gewenst gedrag door subtiele ingrepen.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. nudging op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron “Toon persconferentie alarmerend, verandert dat ons gedrag?” (Woensdag 19 augustus 2020, 15:27), NOS
  3.   Weblink bron
    Hugo van der Parre
    “Registratieplicht voor reizigers was niet uitvoerbaar en niet te handhaven” (Dinsdag 6 oktober 2020, 05:39), NOS