nouveaux riches
- nou·veaux ri·ches
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nouveaux riche | nouveaux riches |
verkleinwoord | - | - |
de nouveaux riches mv
- mensen met een nieuw verkregen fortuin, en daarom met minder status dan mensen uit rijke, oude families
- In de badplaats beheersen nouveaux riches met hun extravagante consumptiegedrag het straatbeeld.
1. mensen met een nieuw verkregen fortuin, en daarom met minder status dan mensen uit rijke, oude families
- Het woord nouveaux riches staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.