noodprogramma
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- nood·pro·gram·ma
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | noodprogramma | noodprogramma's |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het noodprogramma o
- een pakket aan noodmaatregelen om een erge situatie aan te pakken
- (media) een programma dat in tijden van nood gemaakt wordt