nodigden uit
- Geluid: nodigden uit (hulp, bestand)
- IPA: / ˈnodəɣdə(n) ˈœyt / (4 lettergrepen)
- no·dig·den uit
vervoeging van |
---|
uitnodigen |
nodigden (…) uit
- meervoud verleden tijd van uitnodigen
- Wij nodigden uit.
- Jullie nodigden uit.
- Zij nodigden uit.
- Wij nodigden uit.
- Het woord nodigden uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.