niëlleren
- ni·el·le·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
niëlleren |
niëlleerde |
geniëlleerd |
zwak -d | volledig |
niëlleren
- overgankelijk (techniek) een edelsmeedtechniek waarbij de in het metaal -bij voorkeur zilver- gegraveerde lijnen met zwartsel worden opgevuld
- Hij was bezig een werkstuk te niëlleren.
- Het woord niëlleren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "niëlleren" herkend door:
14 % | van de Nederlanders; |
13 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Wiktionnaire
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be