nevenbedrijf
- Geluid: nevenbedrijf (hulp, bestand)
- IPA: / ˈnevə(n)bəˌdrɛɪf / (5 lettergrepen)
- ne·ven·be·drijf
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nevenbedrijf | nevenbedrijven |
verkleinwoord | nevenbedrijfje | nevenbedrijfjes |
het nevenbedrijf o
- (bedrijfskunde) bijkomstige activiteiten van een onderneming
- (bedrijfskunde) onderneming die producten van een grotere onderneming geschikt maakt voor een specifieke markt
- ▸ Een agrarisch nevenbedrijf is een bedrijf met als hoofddoel het bewerken, vervoeren of verhandelen met producten van agrarische bedrijven.[4]
- ▸ De branderijen leverden niet alleen grote verontreiniging door hun afvalwater, wat zij met hun spoeling — het restant van het graanbeslag nadat de alcohol eruit verwijderd is — deden, was nog minder geschikt voor het grotestadsgebeuren. Deze spoeling diende namelijk als varkensvoer, en de branderijen hadden een belangrijk nevenbedrijf in de varkensvetmesterij.[5]
- Het woord nevenbedrijf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Joost van Kasteren“Boeren in deeltijd superheffing dwingt agrariërs tot bijbaantjes” (25 februari 1987) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Wim Wennekes“50 jaar grenswisselkantoren: de kracht van specialisatie exotisch geld leverbaar uit voorraad” (15 mei 1984) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Ruimtelijke ordening in het buitengebied” (27 maart 2017) op woutersadvocaten.nl
- ↑ Weblink bron Huib Brand“Borrel te boek” (12 januari 1985) op nrc.nl