nepper
- nep·per
- Naamwoord van handeling van neppen met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nepper | neppers |
verkleinwoord | neppertje | neppertjes |
de nepper m
- iemand die nept
nepper
- onverbogen vorm van de vergrotende trap van nep
- Het woord nepper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "nepper" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
36 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be