bouwstijlen waarin wordt teruggegrepen op de oude architectuur van de gotiek, de renaissance en de barok
Glaskunstenaar Bernard Heesen krijgt van 8 april tot en met 19 augustus een tentoonstelling in het Rijksmuseum Twenthe in Enschede. Hij toont allemaal nieuw werk dat hij ontleende aan de tweede helft van de negentiende eeuw, toen in de ogen van velen lelijke neostijlen en een nogal kitscherige smaak heersten. [1]
‘Een ongeëvenaard ensemble van architectonisch historicisme’, noemt de samensteller van het boek, architectuurhistoricus Alfred Fogarassy, de Ringstrasse in zijn inleiding. ‘Als Parijs de hoofdstad is van de 19de eeuw, dan is de Ringstrasse de hoofdstraat.’ De Weense hoofdstraat is dan ook een parade van 19de-eeuwse neostijlen: de Votivkirche en het Raadhuis zijn neogotisch, het parlementsgebouw is neoclassicistisch, het Burgtheater, van Gottfried Semper, is voornamelijk neorenaissance en veel van de appartementengebouwen zijn neobarok. Ook eclectische gebouwen, zoals het om zijn akoestiek beroemde gebouw van de Musikverein en de Hofoper ontbreken niet. [2]
Bas Liesker van Heren 5 architecten heeft nog niet eerder een ontwerp in een echte neostijl gemaakt. „Toen Fred Kaaij belde, waren we toevallig net gestopt met het ontwerp van een wijkje in oud-Hollandse stijl”, zegt Liesker over het ontwerp van Tudorpark. [3]