• neo·avant-gar·de
enkelvoud meervoud
naamwoord neoavant-garde
verkleinwoord - -

de neoavant-gardev / m

  1. (kunst) verzamelnaam voor stromingen die vanaf eind jaren 50 van de 20e eeuw nog radicalere veranderingen nastreefden dan de vernieuwende stromingen die zich voor de Tweede Wereldoorlog hadden ontwikkeld
     Even belangrijk voor de vorming van Schütte waren de lessen van de Duitse kunsthistoricus en -theoreticus van de neoavant-garde Benjamin H.D. Buchloh. (…) Deze lessenreeks, ‘Mythologische und phänomenologische Formen der Kunst in der Gegenwart I-III’ getiteld, behandelde de neoavant-garde (arte povera, (post)minimalistische en conceptuele kunst, institutionele kritiek) tegen de achtergrond van de politieke filosofie van Michel Foucault en de maatschappijkritische theorieën van de Frankfurter Schule.[1]
  1.   Weblink bron
    Stefaan VerVoort
    ‘Iets ontbreekt’ : Neoavant-garde en traditie in het vroege werk van thomas Schütte in: De Witte Raaf, nr. 178 (november/december 2015), p. 11 kol. 3