negentigtal
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: negentigtal (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ne·gen·tig·tal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | negentigtal | negentigtallen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het negentigtal o
- een hoeveelheid van (ongeveer) 90
- ▸ Sinds maart zijn al een negentigtal mensen omgekomen door de blikseminslag. Dat is veel in vergelijking met andere jaren. In 2015 eiste de bliksem in totaal 51 doden.[2]
Gangbaarheid
- Het woord negentigtal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Bliksem eist meer dan 50 doden in Bangladesh” (15-05-2016), Tubantia