negenentachtigjarige

  • ne·gen·en·tach·tig·ja·ri·ge

negenentachtigjarige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van negenentachtigjarig
    • De vulkaan werd weer actief na een negenentachtigjarige periode zonder uitbarstingen. 
enkelvoud meervoud
naamwoord negenentachtigjarige negenentachtigjarigen
verkleinwoord

de negenentachtigjarigev / m

  1. levend wezen dat 89 jaar oud is of iets dat 89 jaar bestaat
    • De negenentachtigjarige heeft zijn vijf jaar jongere echtgenote tijdens zijn studie in Deventer leren kennen.