neerschrijven
- neer·schrij·ven
- samenstelling van neer en schrijven
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
neerschrijven |
schreef neer |
neergeschreven |
klasse 1 | volledig |
neerschrijven
- overgankelijk ergens een schriftelijke notitie van maken, schriftelijk vastleggen
- Gelukkig had hij het nummer neergeschreven.
- Het woord neerschrijven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.