Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • na·vor·de·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord navordering navorderingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de navorderingv

  1. achteraf opeisen van te weinig betaalde belasting
     De overeenkomst met de familie S. is opmerkelijk omdat ze volgens de beleidslijn geen recht had op een nieuwe plek: ze kwamen niet door de vereiste BIBOB-screening op criminele antecedenten. Het bedrijf van Willem S was volgens gemeentelijke stukken illegaal gevestigd. Ook kreeg hij een grote navordering van de FIOD. Vorige maand werd hij ook nog veroordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf voor grootschalige BTW-fraude.[1]
     In de brief herhaalt Wiebes dat mensen volgend jaar vier maanden extra de tijd krijgen om een navordering te betalen. Ongeveer 5,5 miljoen mensen krijgen met een naheffing te maken van gemiddeld 150 euro. De navordering wordt opgelegd in het kader van de afbouw van inkomensafhankelijke kortingen. De Belastingdienst heeft volgens het ministerie van Financiën het computersysteem niet op tijd op kunnen aanpassen, waarmee de navordering dit jaar met terugwerkende kracht geldt.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Miljoen euro voor woonwagenbewoners” (Maandag 10 december 2012, 13:07), NOS
  2.   Weblink bron “Maand langer de tijd voor belastingaangifte” (Zondag 7 december 2014, 14:23), NOS