Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • nar·co·lep·sie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord narcolepsie -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de narcolepsiev

  1. (medisch) ziektetoestand die zich kenmerkt door aanvallen van onbedwingbare slaap
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

77 % van de Nederlanders;
77 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen