Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • na·dui·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
naduiken
dook na
nagedoken
klasse 2 volledig

Werkwoord

naduiken

  1. ergatief iets dat in het water valt duikend volgen
    • Hij was een kind nagedoken dat in het water viel. 

Gangbaarheid

80 % van de Nederlanders;
76 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be