nadragen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- na·dra·gen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van na bw en dragen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
nadragen |
droeg na |
nagedragen |
klasse 6 | volledig |
Werkwoord
nadragen
- overgankelijk achter iemand aan dragen
- ditransitief doorgaan met iemand iets uit het verleden te verwijten
- In zijn nieuwe werkkring wordt hem het gebrek aan een Olympisch verleden nagedragen.
Gangbaarheid
- Het woord nadragen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "nadragen" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be