Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • nacht·vaart
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord nachtvaart nachtvaarten
verkleinwoord nachtvaartje nachtvaartjes

Zelfstandig naamwoord

het nachtvaarto

  1. het varen in de nacht (in een boot of luchtballon)
    • Als je gebruik maakt van de nachtvaart kun je vaak aan boord slapen. 

Gangbaarheid