de nachtwacht klaar om zijn nachtronde te maken
  • nacht·ron·de
enkelvoud meervoud
naamwoord nachtronde nachtronden
nachtrondes
verkleinwoord

de nachtrondev / m

  1. een rondgang die de nachtwacht maakt om te zien of alles nog in orde is
    • Om zes uur had een verpleegkundige op zijn nachtronde de 84-jarige nog in een normale houding in zijn bed aangetroffen. Zowel het slachtoffer als de verdachte woonden op de afdeling Ouderenpsychiatrie. De instelling heeft de Inspectie voor de Gezondheidszorg op de hoogte gesteld en stelt verder een eigen onderzoek in.[2] 
    • De sensoren registreren wanneer iemand het huis verlaat, of er gegeten en geslapen wordt en of de oudere gevallen is. Vooral dat laatste is van toepassing bij zorginstellingen die gebruikmaken van dit zogenaamde Unattended Autonomous Surveillance System. Volgens Engelberts is het vooral ontwikkeld om de kwaliteit van zorg in de nacht te verbeteren. „Ouderen lagen na een val soms uren op de grond omdat de nachtronde net was gelopen.”[3] 
97 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Volkskrant Romke van de Kaa 5 oktober 2004
  3. NRC 27 mei 2017
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be