mutsaard
- mut·saard
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mutsaard | mutsaards |
verkleinwoord | - | - |
de mutsaard m
- takkenbos
- brandstapel van takkenbossen
- Naar de mutsaard rieken
dat zweemt naar ketterij, iets riekt verdacht [3]
- Het woord mutsaard staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.