musculatuur
- Geluid: musculatuur (hulp, bestand)
- mus·cu·la·tuur
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | musculatuur | musculaturen |
verkleinwoord | musculatuurtje | musculatuurtjes |
de musculatuur v
- (biologie) het geheel van spieren in het menselijk lichaam
1. het geheel van spieren in het menselijk lichaam
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord musculatuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.