Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mus·cu·la·tuur
enkelvoud meervoud
naamwoord musculatuur musculaturen
verkleinwoord musculatuurtje musculatuurtjes

Zelfstandig naamwoord

de musculatuurv

  1. (biologie) het geheel van spieren in het menselijk lichaam
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid