moussaka
  • mous·sa·ka
  • uit het Grieks [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord moussaka moussaka's
verkleinwoord

de moussakam

  1. (voeding) ovenschotel met lagen saus, vlees en groente
    • Moussaka is een traditioneel Turks gerecht, maar als je hem in West-Europa bestelt, krijg je meestal de Griekse variant. Het is een ovenschotel die met lagen van saus, vlees en groente wel wat wegheeft van lasagne. [2] 
    • In Frankrijk werden onder meer lasagne, cannelloni, spaghetti bolognaise en moussaka uit de rekken gehaald in de winkelketens van Auchan, Casino, Carrefour, Système U, Cora, Monoprix en Picard. De maatregel heeft niet alleen betrekking op producten van het merk Findus, maar ook op andere distributiemerken die worden bevoorraad door Comigel. [3] 
    • Het initiatief van de restaurateurs is grappig bedoeld, maar er blijkt zowaar vraag naar. Vorige week maakten ze nog met vijftien leden van Serviceclub 41 een rondvaart in de vijver en op woensdag 27 mei wordt de vlonder zelfs gebruikt bij de officiële opening van het nieuwe stadhuis. De broers Urucoglu overwegen nu ook waterfietsen aan te schaffen als attractie voor gasten om eventueel actief uit te buiken na het nuttigen van hun souvlaki of moussaka. [4] 
85 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[5]