moulures
- mou·lu·res
- moulure met uitgang -s
de moulures mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord moulure
- ▸ In de raadzaal zien de moulures langs het hoge plafond zwart van het stof.[1]
- Het woord 'moulures' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Het bloed van de Pelikaan (Nibelungenliedje).” (1991), Uitgeverij Heibrand, Turnhout, ISBN 906991042X, p. 11