Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mou·lu·res
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de mouluresmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord moulure
     In de raadzaal zien de moulures langs het hoge plafond zwart van het stof.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Het bloed van de Pelikaan (Nibelungenliedje).” (1991), Uitgeverij Heibrand, Turnhout, ISBN 906991042X, p. 11