motelbed

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  motelbed    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• mo·tel·bed

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  motel zn  en  bed zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	motelbed	motelbedden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het motelbed o

1. een slaapgelegenheid in een hotel dat bij een weg gelegen is
2. een bed in een kamer van een motel

   ▸ Per ongeluk had ik het bad laten overlopen toen ik even weg was gedommeld op het kingsize motelbed.

Verwante begrippen

• hotelbed

Gangbaarheid

• Het woord 'motelbed' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.