2 morsdoekjes
 
baby met morsdoekje
  • mors·doek
enkelvoud meervoud
naamwoord morsdoek morsdoeken
verkleinwoord morsdoekje morsdoekjes

de morsdoekm

  1. doekje waarop met name een kind kan morsen tijdens het eten of drinken zodat de kleren schoon blijven
74 % van de Nederlanders;
71 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be