moordkuil
- moord·kuil
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | moordkuil | moordkuilen |
verkleinwoord |
de moordkuil m
- (visserij) een soort net waarbij de vissen achterin de kuil allemaal dood gaan
- hol van dieven en moordenaars
- [1] smoorkuil, smoorkolk, smoorpan
- [2] moordhol, moordenaarshol
- van zijn hart geen moordkuil maken
eerlijk en rechtuit zeggen wat men denkt
- Hij is voor de volgers van het wielerpeloton een verademing: eindelijk iemand die van zijn hart geen moordkuil maakt. Toen hij in Ortisei over de finish kwam, was hij boos. Boos op zijn naaste rivalen Quintana en Nibali, die pasten toen hij in de slotfase gezamenlijke concurrenten wilde achterhalen. Teleurgesteld over het gebrek aan steun van de landgenoten Bauke Mollema en Steven Kruijswijk. [3]
- Bij de ondertekening van de intentieverklaring maakte Gé Koedijk, directeur van de Nutsschool, van zijn hart geen moordkuil. Wat hem betreft, is nieuwbouw op het terein van de Carmel helemaal niet noodzakelijk. Net zo lief had hij een nieuw, eigentijds gebouw aan de Hengelosestraat gekregen. Inmiddels is duidelijk dat ook de Konot, namens het team en de leerlingen van de Franciscus, eisen stelt aan een verplaatsing. Arjan Brunger, voorzitter van het College van Bestuur, benadrukt dat zijn school aan de Lyceumstraat gesitueerd wil blijven. [4]
- Het woord moordkuil staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "moordkuil" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ moordkuil op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Volkskrant Rob Gollin 28 mei 2017
- ↑ Tubantia 13-07-2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be