• mon·ter op
vervoeging van
opmonteren

monter op

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opmonteren
    • Ik monter op. 
  2. gebiedende wijs van opmonteren
    • Monter op! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opmonteren
    • Monter je op?