monodrama
- mo·no·dra·ma
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | monodrama | monodrama's |
verkleinwoord | monodramaatje | monodramaatjes |
het monodrama o
- toneelstuk waarin slechts één persoon optreedt
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord monodrama staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.