mogend
- mo·gend
vervoeging van: | mogen |
verbogen vorm: | mogende |
mogend
- onvoltooid deelwoord van mogen
- Die mogend niet en wou
En willend' niet en mach:[1]
- Die mogend niet en wou
- De vorm wordt erg weinig gebruikt.
- Het woord mogend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ G.A. Bredero CVII Amoureus Liedeken