moessonregen
  • moes·son·re·gen
enkelvoud meervoud
naamwoord moessonregen moessonregens
verkleinwoord

de moessonregenm

  1. de heftige regenbuien die voorkomen in de regentijd in tropische gebieden
     ... wanneer de zon ’s middags tijdens het magische uur door de wolken brak, door de moessonregen heen...[2]
     De overheid had niet verwacht dat het gebied zou overstromen, omdat normaal gesproken niet zo veel moessonregen in dat deel van het schiereiland valt. Juist dat gebied is nu het hardst geraakt.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)
    “Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium  , ISBN 9789057598500
  3.   Weblink bron “Tientallen doden door overstromingen in Maleisië, vijf mensen vermist” (ZA 25 DECEMBER 2021), NOS