Spaans

Werkwoord

vervoeging van
modular

modulo

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van modular


Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /mɔdʊlɔ/
Woordafbreking
  • mo·du·lo

Bijwoord

modulo

  1. (wiskunde) rest; het gedeelte van een geheel getal dat bij geheeltallige deling door een tweede geheel getal overblijft
Synoniemen

Meer informatie

Verwijzingen