• mi·ni·uit·rus·ting
enkelvoud meervoud
naamwoord miniuitrusting miniuitrustingen
verkleinwoord - -

de miniuitrustingv

  1. zeer beperkt gehouden geheel van gereedschappen, hulpmiddelen of kledingstukken voor een bepaald doel
    • Zijn concurrent had een busje waarin met een heel scala van gereedschappen, maar hij kon in zijn kleine auto alleen een miniuitrusting meenemen.