• mi·ni·mum·leef·tijd
enkelvoud meervoud
naamwoord minimumleeftijd minimumleeftijden
verkleinwoord

de minimumleeftijdm

  1. de laagste leeftijd dat iets is toegestaan
     In de Kamer van Volksvertegenwoordigers, de Vlaamse Tweede Kamer, zijn meerdere wetsvoorstellen behandeld die het niet haalden, omdat het verbod gekoppeld werd aan andere maatregelen, zoals de verhoging van de minimumleeftijd voor het kopen van tabak naar 18 jaar. Dat ligt gevoelig bij onder meer de Open VLD, de coalitiegenoot van de CD&V van Schauvliege. In het nieuwe wetsvoorstel wordt het verbod op roken in de auto niet aan andere maatregelen gekoppeld.[2]
     Berichtenapp WhatsApp verhoogt de minimumleeftijd van gebruikers in Europa van 13 naar 16 jaar. Dat doet het bedrijf om te voldoen aan nieuwe privacywetgeving die volgende maand van kracht wordt.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Vlaamse minister wil roken in auto met kinderen snel verbieden” (Zaterdag 28 april 2018, 10:48), NOS
  3.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “WhatsApp verhoogt minimumleeftijd naar 16 jaar, maar controle ontbreekt” (Woensdag 25 april 2018, 00:04), NOS