minderwaardigheidsbesef
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- min·der·waar·dig·heids·be·sef
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van minderwaardigheid en besef met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | minderwaardigheidsbesef | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het minderwaardigheidsbesef o
- het besef minder te zijn dan een ander
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord minderwaardigheidsbesef staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.