Minaret in Ankara
  • mi·na·ret
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘toren van een moskee’ voor het eerst aangetroffen in 1698 [1][2]
enkelvoud meervoud
naamwoord minaret minaretten
verkleinwoord minaretje minaretjes

de minaretv / m [3]

  1. (religie), (bouwkunde) slanke, ronde toren bij een moskee
91 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[4]


enkelvoud meervoud
minaret minarets

minaret

  1. (religie), (bouwkunde) minaret


  • mi·na·ret
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  minaret     le minaret     minarets     les minarets  

minaret m

  1. (religie), (bouwkunde) minaret