mimen
- mi·men
- Afgeleid van mime.
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
mimen |
mimede |
gemimed |
zwak -d | volledig |
mimen
- acteren zonder woorden
- Ze mimede het geven van een dikke kus.
- In de revue worden niet alleen sketches gebracht, maar wordt ook gedanst, gemimed en muziek gemaakt.
de mimen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord mime
- Het woord mimen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "mimen" herkend door:
73 % | van de Nederlanders; |
55 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
vervoeging van |
---|
mimar |
mimen