milieupartij
- mi·li·eu·par·tij
- samenstelling van milieu zn en partij zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | milieupartij | milieupartijen |
verkleinwoord | milieupartijtje | milieupartijtjes |
de milieupartij v
- (politiek) politieke partij die een programma heeft dat vooral gericht is op het behoud van de leefbaarheid van de omgeving
- ▸ De Zweden stevenen af op een rood-groene minderheidsregering. Na telling van de stemmen in 80 procent van de kiesdistricten staat de coalitie van de sociaaldemocraten, de linkse partij en de milieupartij op 44,8 procent van de stemmen.[1]
- ▸ Rood (extreem-links), Noorse Communistische Partij (links), Milieupartij de Groenen, Centrumalliantie (centrum), Kustpartij (centrumrechts), De Liberale Volkspartij (centrumrechts), Democraten (rechts), Christelijke Uniepartij (rechts), Eigentijdse Partij, Samenlevingspartij, Noorse Republikeinse Alliantie, Gepensioneerdenpartij.[2]
- Het woord milieupartij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Centrum-links wint in Zweden” (Zondag 14 september 2014, 20:13), NOS
- ↑ Weblink bron “Politieke partijen in Noorwegen” (Zaterdag 17 november 2012, 15:11), NOS